Werken aan werk

Iemand zonder werk in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw werd geen keuze gelaten. Banenbeurzen, -markten of speciale bureaus om personeel te ‘herplaatsen’ bestonden niet. Een werkloze werd per trein naar een ver weg gelegen gebied in Nederland gestuurd om met schop, kiepkar en kruiwagen ongeschoold werk te doen. 

(…)

In 1965 werd met de invoering van de Algemene Bijstandswet deze vorm van dwangarbeid afgeschaft. Een plicht om te werken is gebleven, maar het begrip ‘tegenprestatie’ werd ruimer opgevat. De overheid stelde zich milder op. Politici begonnen te luisteren naar protesterende werklozen op het Binnenhof en ontwikkelden allerlei projecten voor ontwikkeling en scholing. Er kwamen speciale banenmarkten voor werkzoekende vrouwen en op het arbeidsbureau werden bankjes neergezet om het lange wachten wat aangenamer te maken. Buiten wachten in een rij hoefde niet meer.