BuurtPunten

beeld © Werry Crone

‘De auto niet midden op de straat laten staan, dan wordt het ruzie met de buren.’ Ik hoor het verschillende keren. Zo na vier uur in de middag kan het behoorlijk druk worden bij de BuurtPunten, waarvan er samen met de ServicePunten al dik 2.000 zijn in Nederland. De eerste worden bestierd door particulieren die regelmatig thuis zijn om pakketjes aan te nemen. Bij de tweede gaat het om de winkel om de hoek.
 
Na corona bleef het online shoppen populair, maar wat nu als werken op kantoor weer de norm is? In de marketing heet het de ‘Last Mile Delivery-problematiek’: ruim dertig procent van alle pakketten wordt niet in één keer bij de klant bezorgd. Dat wekt irritatie: gemist pakje, aanbellen bij de buren, retour afzender. 
 
De oplossing in deze tijd is een start-up. Het heet Homerr, dat een netwerk heeft gebouwd van allerlei buurtbewoners waar pakketjes opgehaald en weggebracht kunnen worden. Het bedrijf afficheert zich als het snelst groeiende sociale netwerk van Nederland en België. Ook de busjes van DHL, DPD en UPS rijden vaker gericht naar Buurt- en ServicePunten.
 
Een gangkast, of een paar planken tegen de muur en zelfs de trap biedt genoeg ruimte om de pakketjes aan te nemen en klaar te leggen ‘voor jouw buurt’. De ontvanger krijgt een ‘kleine vergoeding’. Hoe meer pakketten je aanneemt, hoe hoger de maandelijkse bijdrage, staat op de website. 
 
Maar een ‘echte Homerr’ vindt het leuk ‘om buren te helpen’. ‘Altijd in de buurt én met een glimlach’. De Zalando’s, Zara’s en Vinteds van deze wereld zijn er ook blij mee.